Europees Parlement steunt landen om teelt ggo's te verbieden
Biodiversiteit
Volgens het voorstel van de Europese Commissie zouden de lidstaten een ggo-teeltverbod of -beperking alleen om andere redenen dan gezondheids- of milieuredenen kunnen uitvaardigen, omdat die laatste alleen door de Europese autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) zouden moeten worden beoordeeld.
Omdat het Europees Parlement zich in het kader van de internationale handelsregels voor een stevigere rechtsbasis inzet, dringt het er op aan de lidstaten niet te verhinderen om aanvullende milieugronden in te roepen. Daar zouden bijvoorbeeld pesticidenresistentie, instandhouding van de biodiversiteit en het ontbreken van gegevens over de mogelijke negatieve effecten van ggo's op het milieu onder kunnen vallen. Het Europees Parlement vindt ook dat sociaal-economische gevolgen legitieme redenen voor een verbod zouden kunnen zijn, bijvoorbeeld wanneer besmettingsrisico's voor conventionele en biologische gewassen praktisch niet kunnen worden voorkomen.
Kosten besmetting
De lidstaten moeten passende maatregelen nemen om besmetting van conventionele en organische gewassen door ggo's te voorkomen, zeggen de leden van het Europees Parlement. 'Vervuilers' moeten financieel aansprakelijk worden gesteld, zeggen ze ook.
Update EU-controles
Een veiligheidscontrole en een vergunning op EU-niveau blijven een voorwaarde voor een toelating voor het telen van een specifieke soort ggo's. Hoewel de voorgestelde wijziging van de bestaande wetgeving niets aan dat proces verandert, herinneren de leden van het Europees Parlement de Commissie eraan dat de richtlijnen op bepaalde punten zouden moeten worden verbeterd.
Aangepaste zetmeelaardappel
Met de gedane uitspraken hoopt het Europees Parlement tegemoed te komen aan het ongemakkelijke gevoel dat een meerderheid van de EU-bevolking blijkt te hebben. Dat ongenoegen blijkt uit de Eurobarometer-opiniepeilingen. Momenteel zijn slechts twee genetisch gemodificeerde gewasvariëteiten op EU-niveau goedgekeurd voor teelt: een stam van maïs en een voor de productie van een zetmeel aangepaste aardappel. Maar weinig EU-landen kweken deze gewassen voor commerciële doeleinden, zoals Nederland, en sommige (Oostenrijk, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Duitsland en Luxemburg) hebben gebruikgemaakt van de zogenoemde 'vrijwaringsclausule' in de bestaande EU-richtlijn uit 2001 om de teelt te verbieden.