Zorgen over Europese herziening regelgeving voor teeltmateriaal

LTO vindt het verplichten van een duurzaamheids-, cultuur- en gebruikswaardeonderzoek onwenselijk voor groente- en fruitgewassen en voor aardappelen. De eisen van retail, consumenten en overheden over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten leiden al tot vraag naar rassen die met minder gewasbeschermingsmiddelen toekunnen en de nutriënteninput beter benutten, stelt de organisatie. Daarnaast zoeken telers naar gewassen en rassen die beter bestand zijn tegen abiotische en biotische stress veroorzaakt door een veranderend klimaat.

Zorgen in pootgoedsector

Ook de LTO-werkgroep Pootaardappelen maakt zich zorgen over deze duurzaamheidseis. „Want wat is duurzaam? En voor wie is iets duurzaam? Een aardappelras kan in Nederland heel duurzaam zijn, bijvoorbeeld vanwege zijn phytophthoraresistentie of lagere stikstofbehoefte, maar dat wil niet zeggen dat dat in een ander land ook zo wordt gezien. En andersom. Als een ras het in het buitenland heel goed doet, maar door de EU niet als duurzaam wordt gezien, mogen we hem volgens deze nieuwe regels niet exporteren.”

LTO heeft voorgesteld dat leveranciers van teeltmateriaal verplicht zijn de raseigenschappen met betrekking tot duurzaamheid en resistenties door te geven aan de teler. Daarnaast stelt LTO voor dat er gemonitord wordt op de duurzaamheidseigenschappen van nieuwe rassen die op de markt komen.

Zelfkeuring

In de voorstellen wordt ook geschreven over de invoering van zelfkeuring van uitgangsmateriaal bij afzet binnen de EU. Ook hierover zijn zorgen de bij pootaardappelsector. „Hoe blijft dan de kwaliteit overeind? Daar maken we ons zorgen over richting de toekomst”, aldus Berghuis. „Wij zien liever dat de keuring volledig onder de verantwoordelijkheid van de NAK valt. We hebben onze goede naam hoog te houden.”

In de zaaizaadsector wordt al gewerkt met zelfkeuring, en daar gaat het goed, erkent Berghuis.

Farm Saved Seed

Daarnaast heeft LTO in haar reactie voorgesteld het systeem van Farm Saved Seed niet te wijzigen. Zo blijft het mogelijk om uitgangsmateriaal (pootaardappelen) te gebruiken voor eigen productie, maar blijft uitwisseling van FSS-materiaal met een ander bedrijf niet toegestaan. Berghuis: „Als pootgoedsector willen we uit het werken met niet-gecertificeerd materiaal blijven. Dankzij certificering is immers alles te traceren.”

De voorgestelde verordening herziet de EU-wetgeving die van toepassing is op de productie en het in de handel brengen van teeltmateriaal door 10 richtlijnen te vervangen door één verordening. De voorgestelde verordening handhaaft de basisbeginselen van de huidige wetgeving dat rassen moeten worden geregistreerd en dat plantaardig teeltmateriaal (PRM) moet worden gecertificeerd voordat het in de handel mag worden gebracht.