‘Familiebedrijven hebben de toekomst’
Familiebedrijven hebben de toekomst. Deze bedrijven hebben een sterke constructie en staan midden in de regio. Dat zei voorzitter Joris Baecke van Ceja, de Europese koepel van organisaties van jonge agrarische ondernemers tijdens de themadag granen in Wageningen.
Baecke vreest de komst van grote agrarische bedrijven in handen van investeringsmaatschappijen, die medewerkers aannemen die weinig tot geen binding hebben met de betreffende regio. Dit zal leiden tot problemen met maatschappelijke acceptatie van de sector, aldus de voorzitter.
Ook als het gaat om maatschappelijke acceptatie van de agrarische sector is het een groot voordeel dat familiebedrijven geworteld zijn in de regio. 'We krijgen meer en meer te maken met mede-plattelanders die niets met onze sector hebben. Zij claimen ook hun inspraak als het gaat om economische impulsen of leefbaarheid van het platteland. Dan is het van belang dat er bedrijven zijn die grote binding hebben met de regio. De familiebedrijven zijn daarvoor het perfecte middel.'
Vergrijzing
Dit scenario is een gevolg van de vergrijzing binnen de sector. 'Meer dan 50 procent van de ondernemers is ouder dan 55 jaar. Over tien jaar is deze groep wellicht gestopt of gaat stoppen. Er is sprake van een tekort aan bedrijfsopvolgers. Tegelijkertijd gaat de schaalvergroting door. Wat gebeurt er met deze grote bedrijven als er geen opvolgers zijn? Omdat grond grote financiële waarde heeft, zullen investeerders deze mogelijk opkopen.'Ook als het gaat om maatschappelijke acceptatie van de agrarische sector is het een groot voordeel dat familiebedrijven geworteld zijn in de regio. 'We krijgen meer en meer te maken met mede-plattelanders die niets met onze sector hebben. Zij claimen ook hun inspraak als het gaat om economische impulsen of leefbaarheid van het platteland. Dan is het van belang dat er bedrijven zijn die grote binding hebben met de regio. De familiebedrijven zijn daarvoor het perfecte middel.'