‘Halt aan chemische bestrijding op erfverharding’
Om de kwaliteit van het milieu en het drinkwater te verbeteren, moet de agrarische sector zo spoedig mogelijk omschakelen naar een niet-chemische en andere milieuvriendelijke methoden van onkruidbestrijding op verhardingen zoals het erf. Een overgangstermijn van twee jaar is voor de markt voldoende. Dat stelt de Stichting Niet-Chemische Onkruidbestrijding op verhardingen (Stichting NCO).
De stichting ondersteunt hiermee de conclusie uit de Evaluatie van de nota Duurzame Gewasbescherming door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). De evaluatie is vorige week aangeboden aan de staatssecretarissen Bleker (Economische Zaken, Landbouw & Innovatie) en Atsma (Infrastructuur en Milieu).
Uit de evaluatie van het PBL blijkt dat ondanks verbetering de beleidsdoelstellingen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater voor drinkwaterwinning niet zijn behaald. Volgens het PBL kunnen de milieu- en drinkwaterkwaliteit op korte termijn verder verbeteren door een striktere naleving van de voorschriften en een verbod op de meest schadelijke middelen.
Uit de evaluatie van het PBL blijkt dat ondanks verbetering de beleidsdoelstellingen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater voor drinkwaterwinning niet zijn behaald. Volgens het PBL kunnen de milieu- en drinkwaterkwaliteit op korte termijn verder verbeteren door een striktere naleving van de voorschriften en een verbod op de meest schadelijke middelen.
Innovaties
Voor de langere termijn moet worden ingezet op investeren in minder milieubelastende middelen en toepassing van niet-chemische methoden. Door innovaties zijn de verschillende methodieken voor niet-chemische gewasbescherming de laatste jaren sterk ontwikkeld en worden betere resultaten tegen bijna vergelijkbare kosten bereikt, aldus Stichting NCO.In de nota Duurzame Gewasbescherming is het gewasbeschermingsbeleid voor de periode 1998 - 2010 beschreven. Dit beleid had een meer duurzame gewasbescherming tot doel. Dit betekent onder meer dat de risico's van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen voor mens, dier en milieu aanvaardbaar moeten zijn.