Tijdstip onderwerken vanggewas belangrijk
Een vanggewas kan stikstof (N) na de hoofdteelt de winter ‘overtillen’ voor het jaar erop. Dit geldt vooral voor een winterhard vanggewas zoals winterrogge en raaigras. Dankzij een vanggewas spoelt minder stikstof uit. De in het vanggewas vastgelegde stikstof is daarna beschikbaar voor het volggewas. Voor akkerbouwers en veehouders is dit in toenemende mate belangrijk door de strengere bemestingsnormen.
Stikstof
Het telen van een vanggewas na maïs is verplicht om de uitspoeling te verminderen. Ook na sommige akkerbouwgewassen wordt een vanggewas geteeld. Uit de praktijkproef bleek dat een in de tweede helft van september gezaaid en goed geteeld vanggewas 35 tot 40 kilo stikstof per hectare kan vastleggen. Bij een winterhard vanggewas zoals winterrogge of raaigras is ongeveer 50 tot 70 procent van die stikstof beschikbaar voor het volggewas.
Uit literatuuronderzoek en deze praktijkproef blijkt dat een vanggewas het beste ondergewerkt kan worden tussen begin februari en eind maart. Praktisch komt het er op neer dat het vanggewas het beste in maart ondergewerkt moet worden voordat veel hergroei optreedt. De grond is dan vaak beter berijdbaar.
Het ‘te laat’ (half april) onderwerken van vanggewassen heeft als nadeel dat de stikstof door de late afbraak van het vanggewas te laat beschikbaar komt voor het volggewas maïs, waardoor de stikstof niet meer opgenomen wordt en mogelijk uitspoelt. Zeker in een droog voorjaar bestaat daarnaast het risico dat de hergroei van het vanggewas bodemvocht verbruikt dat vervolgens niet meer beschikbaar is voor het volggewas.