Europees landbouwbeleid kan eenvoudiger
Dat concludeert het LEI in een studie in opdracht van het Nederlandse ministerie van EL&I en het Zweedse ministerie van Plattelandszaken. De Europese Commissie en lidstaten zijn het er al langer over eens dat het GLB eenvoudiger moet worden. In het voorjaar van 2011 hebben de lidstaten daartoe een aantal principes geformuleerd. Dat waren: lagere netto kosten, risico-gebaseerde controles, proportionaliteit bij controles en boetes, speelruimte voor lidstaten bij uitvoering van regelingen, transparantie en duidelijkheid over regels, rollen en verantwoordelijkheden en een maximaal gebruik van (it-)technologie. Aan de Europese Commissie werd gevraagd met die principes rekening te houden bij het maken van voorstellen voor het GLB na 2013.
Beperkte invloed
Volgens het rapport zijn deze principes wel gedeeltelijk te herkennen in de voorstellen van de Commissie, maar hun invloed is beperkt gebleven. Bovendien zijn de effecten van de voorstellen heel verschillend voor boeren, voor nationale overheden en voor de Europese Commissie. Het voorgestelde systeem van rechtstreekse betalingen zal bijvoorbeeld leiden tot hogere kosten bijnationale overheden.
Geen vereenvoudiging
Het LEI concludeert dat vooral de voorstellen voor kleine boeren, voor vergroening, voor cross compliance en voor de gemeenschappelijke indicatoren niet tot vereenvoudiging leiden. Het voorstel voor kleine boeren zou vrijwillig moeten zijn en vergroening zou beter moeten worden afgestemd op lokale omstandigheden.
Over het markt- en prijsbeleid en over plattelandsontwikkeling is het rapport positiever. Maar ook deze voorstellen kunnen verder worden vereenvoudigd.