Precisie- en bijmestsystemen onder de aandacht
Bij het aardappelperceel gaven Brigitte Kroonen van PPO en Sjef Crijns van DLV Plant uitleg over de proef met rijenbemesting. De dierlijke mest werd door middel van rtk-gps voor het poten in stroken uitgereden. Later werden de aardappelen met behulp van gps precies op de stroken geplant. Na de oogst moet blijken of de aardappelen de mest in de stroken beter benutten dan bij een volleveldstoediening.
Betere benutting
Als de benutting van drijfmest bij de strokenbemesting inderdaad hoger blijkt te zijn, dan kan de gift verlaagt worden. In combinatie met overbemestingen waarbij de kunstmest door middel van bijvoorbeeld sensoren op de trekker variabel wordt toegediend, kan de hoeveelheid benodigde meststoffen verder dalen. Dat levert financieel voordeel op, maar dat betekent ook dat er meer gebruiksruimte voor meststoffen overblijft.
Mineralenconcentraat
Richard Korver van DLV Plant gaf uitleg over de mogelijkheden van mineralenconcentraat. Dit ontstaat uit de verwerking van dierlijke mest en wordt geleverd in vloeibare vorm. Spuiwater, afkomstig uit luchtwassers, is vergelijkbaar met mineralenconcentraat. Uit onderzoek blijkt dat de werking van deze kunstmestvervangers gelijk staat aan die van kunstmest. De gewasopbrengst en –kwaliteit zijn even goed en de kosten van de vervangers zijn lager.
Fertraat kunstmestvervanger
Fertraat is één van de eindproducten van mestscheiding. Mestverwerkingsbedrijf Kumac in Deurne produceert dit product dat veel stikstof en kali bevat, maar geen fosfaat. Doordat het gebruikt mag worden als kunstmestvervanger, telt de stikstof niet mee voor de gebruiksnorm dierlijke mest.
Proef grondbewerking
Barry Wijs van machinefabrikant Amazone lichtte de driejarige proef met verschillende manieren van grondbewerking toe. Het eerste jaar in suikerbieten, het tweede jaar in tarwe en dit jaar in aardappelen. Een deel werd geploegd, een ander deel werd op een diepte van 15 centimeter met een cultivator los getrokken en het overige deel werd op een diepte van 24 centimeter los gemaakt met dezelfde cultivator. Bij het werken met de cultivator is het belangrijk dat de grond opgebroken wordt vertelt Wijs. Hij concludeert dat het dieper losmaken van de grond met de cultivator in de proef uiteindelijk een lager teeltrendement gaf. Vooral vanwege het hogere brandstofverbruik.
Tekst: Jos Swagemakers
Beeld: Jos Swagemakers