‘We weten meer van de sterren dan van de grond onder onze voeten’
Van het 100 hectare grote familiebedrijf van Jan de Koeijer, zijn vader en zijn oom, is nu 40 hectare in omschakeling. In zomer 2024 zal ongeveer de helft van die grond biologisch beteeld worden. „De markt is wat moeilijk op dit moment”, zegt De Koeijer, die onder het huidig economisch tij voor biologisch de omschakeling rustig aan laat verlopen. Op de BioBeurs 2024 werkte hij mee aan de workshop Collegetoer Biologische Landbouw.
De Koeijer kijkt wat er gebeurt, nu hij geen chemische middelen meer gebruikt op de omschakelpercelen en biologische mest inzet. „Ik heb de samenwerking gezocht met biologische veehouders. Ik gebruik hun mest en zij mijn grasklaver.”
Wintergroen
„Mijn vader en oom passen al jaren niet-kerende grondbewerking toe. Alle land gaat groen de winter in met groenbemesters”, zegt De Koeijer, die aangeeft dat de interesse in bodembeheer al leefde op het bedrijf, voordat de omschakelplannen kwamen. De jonge ondernemer wil die bodemkennis verdiepen. Hij volgde cursussen bij Groeibalans en deed de omschakelcursus van het Centrum voor Biologische Landbouw in Flevoland. „Daarbij rouleerden de deelnemers bij vijf biobedrijven in de polder.”
Voor de rest leunt De Koeijer op veel ervaring in de familie. Hij studeerde dierwetenschappen in Wageningen. „Ik denk trouwens dat akkerbouw voor een belangrijk deel een ervaringsvak is.” Ruim de tijd nemen voor de omschakeling is daarom goed, denkt De Koeijer. „Je moet nadenken over wat NKG en biologisch doet met je bodemleven en je onkruiden. Dat ga ik nog leren. We weten meer van de sterren dan van de grond onder onze voeten.” Met zo min mogelijk roeren in de grond hoopt De Koeijer een weerbare bodem op te bouwen, randvoorwaarde voor een functionerend biologisch landbouwsysteem.
Water
Een belangrijke bijwerking van minder roeren in de bodem, waar De Koeijer op hoopt, is een beter waterhoudend vermogen. In zijn werkgebied is zoet water schaars. Door kwel uit de Grevelingen worden sloten zout in de zomer. Om toch voldoende water voor de gewassen te hebben gaat De Koeijer een zoetwaterbassin aanleggen. Met de nog wat duurdere biologische teelten verwacht de akkerbouwer met het bassin een extra ‘verzekering’ voor een (goede) opbrengst te hebben.
Voor 2024 vulde De Koeijer de eerste 9 hectare met pompoenen en witlofpennen. De rest hoopt hij de komende maanden te regelen of hij probeert vrije teelt. Hij hoopt op marktgroei of een overheid die daadwerkelijk stimuleren gaat dat biologisch meer in schappen of bijvoorbeeld in kantines komt. „Als de markt komt, komen de telers ook wel voor biologisch.”
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes