Minder besmettingen knolcyperus

Het aantal en de omvang van de teeltverboden daalde namelijk beide met 15 procent tot 283 teeltverboden en totaal 344 hectare. Daarbij was ook een 20 hectare groot perceel op Schouwen-Duiveland.
Tijdig
Het PA en het PT roepen alle telers op om actie te ondernemen bij de aanwezigheid van knolcyperus. Belangrijk is dat dit onkruid tijdig en op de juiste wijze wordt bestreden, aldus beide productschappen.
Als een teler echter onvoldoende actie onderneemt, roepen de productschappen akkerbouwers op dit te melden bij de NAK. De ondernemer wordt dan door de productschappen tot uitroeiing gedwongen door het opleggen van een teeltverbod met bestrijdingsplicht. De melding blijft anoniem.
Tarragrond
De belangrijkste verspreidingsroute van knolcyperus is via (tarra)grond. De knolletjes zijn vele jaren levensvatbaar en worden door werktuigen gemakkelijk verspreid. Om te voorkomen dat het onkruid zich op percelen waarop (nog) geen teeltverbod ligt kan blijven vermeerderen en verspreiden, is het gewenst dat deze telers zich informeren over de juiste bestrijdingsmethoden en middelen.
Ondernemers met een teeltverbod die de bestrijding goed ter hand nemen, krijgen toestemming om alsnog snijmaïs te telen. In dit gewas kan knolcyperus goed bestreden worden en mogen de beste combinaties van middelen worden toegepast.