NEPG: 5,9% minder aardappelen

Alle landen hebben minder aardappelen geplant. De krimp is het grootst in Duitsland en België, met dalingen van respectievelijk 9,3 en 6,9 procent. In Nederland is sprake van een teruggang van 6,2 procent. Het areaal consumptieaardappelen beslaat hier 67.800 hectare. Franse akkerbouwers telen slechts 0,2 procent minder consumptieaardappelen. In Groot-Brittannië is het areaal 5,5 procent kleiner.
In de afgelopen drie jaar is het areaal voortdurend licht gegroeid.
Proefrooiingen
Uit proefrooiingen blijkt dat de opbrengsten lager uitvallen. Wanneer de opbrengsten een gemiddelde zullen zijn van de laatste jaren, dan verwacht de NEPG dat in de vijf landen de productie onder de 24 miljoen ton zal eindigen, 3 miljoen ton minder dan vorig jaar. De NEPG waarschuwt echter dat, hoewel de eerste signalen lagere opbrengsten aantonen, het nog te vroeg is om een eindopbrengst te schatten. In alle landen is de sortering fijn.
Proefrooiingen in Frankrijk en België tonen aan dat er grote verschillen bestaan tussen de hoofdoogst aardappelen die eind maart/begin april en die eind mei/begin juni zijn gepoot. De huidige geschatte opbrengsten zijn opvallend lager dan vorig jaar. In Frankrijk ligt deze zelfs 36 procent lager. Vorige week zijn de eerste bewaaraardappelen geoogst in de Franse regio Beauce en deze laten een aanzienlijk lagere opbrengst zien, aldus NEPG.
Nederland
Nederland vertoont een zeer wisselvallig beeld. In diverse regio’s moeten telers rekening houden met sterk tegenvallende opbrengsten als gevolg van waterschade.
De kwaliteit van de vroege consumptieaardappelen in Duitsland is goed.
Hogere prijzen
Het kleinere areaal en de resultaten bij de proefrooiingen leiden er wel toe dat de prijzen van de geoogste aardappelen hoger zijn. De prijzen van vroege aardappelen zijn op dit moment 10 procent hoger dan vorig jaar.
De combinatie van 32.000 hectare krimp van het areaal en een beduidend lagere hectareopbrengst in de vijf West-Europese landen geeft echter een negatief effect op de opbrengst. De NEPG gaat er dan ook van uit dat het geen topoogst meer kan worden.