60% minder vogels op akkers

In 1960 zaten er nog 1.000 vogels op een vierkante kilometer, nu zijn dat er 300. Daarmee gaat het aantal boerenlandvogels in ons land harder achteruit dan in de rest van Europa, stelt Vogelbescherming Nederland. De organisatie vindt de Nederlandse politiek nu krachtig moet ingrijpen.
Broedparen
Het aantal broedparen is in 50 jaar tijd op het platteland met gemiddeld 61 tot 73 procent afgenomen, dat komt neer op 3,3 tot 5,7 miljoen vogels minder. Het meest zorgwekkend is de afname van de aantallen veldleeuwerik, patrijs en zomertortel, alle drie met meer dan 90 procent.
Intensivering
Dat de vogels op landbouwgrond het zo moeilijk hebben, komt vooral door de intensivering van de landbouw, aldus de Vogelbescherming. Er is geen voedsel in de vorm van insecten die op de bloemen en kruidenveldjes afkomen en er zijn geen plekken waar de vogels kunnen schuilen. Vogelbescherming Nederland werkt op kleine schaal succesvol samen met boeren die rekening houden met vogels en laat zo zien dat er kansen zijn voor vogels. Door het aanleggen van kruidenveldjes, hogere waterstanden en het vernatten van veldjes komen verschillende soorten terug.
Hulp
Directeur Fred Wouters: ‘Om de boerenlandvogels écht een kans te geven moet dit soort projecten op grote schaal worden gerealiseerd en dat kan niet zonder de hulp van Den Haag.’
Meer over vogeltellingen