Grondwatermeetnet laat zien hoe bodems op droogte en nattigheid reageren
Tijdens de workshop over het grondwatermeetnet kan Petie laten zien dat de verschillen tussen meetpunten groot zijn. In de polders bevinden zich 140 van deze meetpunten, meest op agrarische grond. Afhankelijk van de plaats waar gemeten wordt is te zien dat de grondwaterstand na de natte winter van 2022-2023 hoog was en vervolgens in de droge lente en begin zomer sterk kon dalen. De ondiepe punten verspreid over het hele gebied laten dat zien. Begin maart 2024 is de stand weer hoog tot zeer hoog.
Verschillen in droogtegevoeligheid van de percelen zijn te verklaren uit de grondsoort, het gewas en het teelt- en watermanagement van de individuele teler. Bij de grondsoorten zijn grote verschillen te vinden in de mate waarin het water kan opstijgen bij droogte. Op zeer zware klei is dat maximaal 20 centimeter, op grof zand bijna 50 centimeter en op een ideale, lichte zavelgrond kan dat wel een meter of anderhalve meter zijn.
De verdamping van de gewassen is mede bepalend voor de daling van de grondwaterstand. Gewassen als uien en aardappelen kunnen maar enkele decimeters diep water halen, graan tot wel meer dan een meter. Grondwater stijgt, afhankelijk van de bodem, tot een aantal decimeters boven de tochthoogte. Daarmee is de invloed van het waterschap met het peilbeheer beperkt tot rond 70 centimeter boven die tocht. Voor beschikbaarheid van water voor de gewassen ligt dan nog wat extra verantwoordelijkheid bij de telers. Nieuwe drainage watert makkelijker af dan oude of niet onderhouden systemen.
Peil in 2023
Petie laat een lokale grafiek zien van de dynamiek in het grondwaterpeil over 2023. In het droge voorjaar liep het grondwaterpeil terug tot 1,5 meter diepte. Begin maart 2024 ligt dat niveau eerder vlak onder, soms zelfs boven het maaiveld. Voor belangstellenden in het gebied is het verloop van de grondwaterstand te volgen op de site van het waterschap. Daar staan ook gegevens op van diepere metingen aan het water onder de scheidende laag van klei die de polderbodem heeft. Gegevens over de kweldruk zijn per meetpunt op te roepen. Voor de meest recente data verwijst Petie naar de site van Aveco. Daarvoor is een inlog nodig, die overigens gratis en vrij verkrijgbaar is voor iedereen, een kleine drempel.
Aanwezige telers in de workshop zijn nieuwsgierig naar meer gegevens over kwel, waterkwaliteit en de invloed van onttrekking en neerslag op de kweldruk. Petie: „Die druk is niet constant. Bij droogte en onttrekking voor beregening neemt de druk af, bij neerslag toe.” Telers die in de provincie diepe bronnen voor beregening gebruiken, melden dat ze met verzilting van die bronnen te maken krijgen. Die verzilting is volgens deskundigen onomkeerbaar. Daarom is het slaan van een nieuwe, minder diepe bron de beste oplossing.
Een app voor telers die informatie geeft over de grondwaterstand is een wens van agrarische ondernemers in de zaal. Volgens Petie is die in de maak. Nitraathoeveelheden in het water inzichtelijk maken is een andere wens. Petie zegt dat gegevens over de waterkwaliteit in het meetnet van de provincie op te halen zijn. Die data is volgens hem redelijk toegankelijk, maar kan wat extra kennis vragen om het te begrijpen. Telers kunnen zelf nitraatbepalingen uit drainwater doen. Volgens Petie zoekt het waterschap nog wat extra plekken om deze metingen in nieuw geslagen peilbuizen te doen. Daarvoor kunnen telers contact zoeken met Zuiderzeeland.
Het peilbeheer in de randmeren en het IJsselmeer is volgens de waterschapsman nauwelijks veranderd in de laatste jaren. Telers vragen zich af of er een dynamischer peil nodig is door de klimaatverandering. Petie neemt het mee. Het is moeilijker geworden door de weersextremen om het waterpeil zo te hebben dat het niet tot overlast kan leiden en wel zo veel mogelijk tot profijt voor de landbouw bij droogte.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes