Meer focus op puntbreuk bij bieten

Puntbreuk kwam dit jaar meer voor dan in andere jaren. Dit was onder meer een gevolg van een minder optimale stand van het gewas op diverse percelen, zoals ongelijkheid in biethoogte en meerkoppigheid. De combinatie met de slechte weersomstandigheden waarin veel bieten zijn geoogst, maakte het risico op puntbreuk alleen maar groter.
Tarraboete
Enkele telers gaven dan ook aan dat problemen met de punten dit jaar moeilijk te voorkomen waren, zeker gezien de vele tarra die met de oogst mee kwam. Sikken begreep deze reactie wel. ‘Als er veel grond aan de bieten zit, zodat je misschien wel boven de norm van 20 procent tarra uitkomt, wordt de tarraboete te hoog. Dan neem je bij het schonen het puntverlies voor lief.’
Koopmans attendeerde de telers op de omvang van de verliezen als gevolg van puntbreuk. ‘Bij puntbreuk met een doorsnede van 4 centimeter is het verlies als gauw 3,4 ton per hectare. Die waarde laat je wel liggen.’
Bietenverlies
Bieten met bladstelen leiden in principe tot hogere verliezen dan extreem diep gekopte bieten. Als 20 procent van de geleverde bieten een kop heeft met meer dan 2 centimeter groen krijgt de teler een boete van 3 euro keer een hectareopbrengst van 80 ton. Daarentegen resulteert een partij waarin 20 procent van de bieten extreem diep is gekopt tot een bietenverlies van 140 euro per hectare.
Sinds campagne 2012 wordt in het bietenlaboratorium de koptarra niet meer bepaald. Hiervoor in de plaats is een vaste aftrek van 3 procent gekomen. De kop van de biet telt dus mee voor de uit te betalen hoeveelheid bieten. Het rooiadvies blijft: zoveel mogelijk bieten leveren zonder bladstelen, omdat deze problemen kunnen geven tijdens het verwerkingsproces in de fabriek.
Rooicheck
Mede daarom heeft Suiker Unie bij de start van de bietencampagne de rooicheck uitgevoerd. Door samen met chauffeurs van rooimachines en/of loonwerkers de beoordelingen te bespreken worden de puntjes verder op de i gezet. Afstellingen van de rooimachine en rijsnelheid zijn hierin bepalend. Het doel van de organisatie is om het rooiverlies terug te brengen van gemiddeld drie naar twee ton per hectare. De planning is dat binnen 3 jaar alle rooimachines beoordeeld zijn.