‘Pootafstand en -regelmaat bepalen oogst’
De groei per dag verschilde sterk tussen de aardappelen van de negen deelnemende zetmeelaardappeltelers. Ook was bij de helft het stengelaantal (te) laag. Het streven is 15 stengels per strekkende meter. ‘Op zich geen nieuws’, erkent Wijnholds, ‘maar het wordt vaak vergeten.’
In de graan- en bietenteelt zijn akkerbouwers heel alert op de zaaiafstand in combinatie met het type zaaizaad. ‘Bij de aardappelen is het meer gebruikelijk dat het aantal beschikbare knollen wordt verdeeld over het aantal te poten hectares. Dat betekent dus dat soms een ruimere pootafstand wordt aangehouden. Telers vertrouwen er dan op dat de plant dit wel zal compenseren door dikkere knollen te vormen. Maar dat was dit jaar niet het geval.’
Aantal kiemen per knol
Het aantal kiemen per knol moet bepalend zijn en niet het aantal beschikbare knollen, meent Klok. ‘Daar moet je het aantal te beplanten hectares op aanpassen. Heb je te weinig pootgoed, dan moet je aardappelen bijkopen.’ De praktijk was tot nu toe dat telers de pootafstand verruimen, zodat ze geen extra pootgoed hoeven aankopen.
Opbrengst
Het gemiddelde knolgewicht was bij alle telers vrijwel gelijk. ‘De opbrengst, gerekend in veldgewicht per hectare is dit jaar dus bepaald door het aantal geoogste knollen’, aldus Wijnholds.
Verbeterpunten
De groep telers die dit jaar heeft meegedraaid in het project wil in het nieuwe jaar verder aan de slag met de verbeterpunten uit het eerste jaar. ‘Ik verwacht dat de opbrengstverschillen tussen deze telers volgend jaar veel kleiner zullen zijn.’
Daarnaast hebben Wijnholds en Klok voor het komende seizoen de wens om meerdere nieuwe groepen te starten. De financiering hiervoor is echter nog niet rond.
Rendementsverbetering
In het project 20-15-10 draait het om rendementsverbetering in de teelt van zetmeelaardappelen. Het streven is er op gericht om in het jaar 2020 een opbrengst van 15 ton zetmeel per hectare te realiseren met een kostprijs van maximaal 10 euro per 100 kilo zetmeel. Avebe en PPO zijn dit jaar gestart met een groep van negen telers, afkomstig uit het hele zetmeelteeltgebied. Gezamenlijk is gekeken naar wat er op de verschillende percelen gebeurt, en er worden verbeterpunten gezocht, die ook voor andere telers bruikbaar zijn.
Uiteindelijk is op twee van de negen percelen in het project 20-15-10 de doelstelling van 15 ton zetmeel per hectare gehaald. De verschillen tussen de percelen waren echter behoorlijk groot. ‘De laagste opbrengst was 7,8 ton en de hoogste zelfs 15,6 ton zetmeel per hectare’, zegt Wijnholds.