‘Behoud fytobouwwerk van groot belang’
Van Diepen ging in op de gevolgen van het opheffen van de Productschappen voor de handelshuizen en verwerkers. Volgens hem is het heel belangrijk dat elke teler gezond materiaal gebruikt en alleen goedgekeurde pootaardappelen plant: het fundament van het fytobouwwerk.
Droge ogen
‘Daarnaast hebben we een paar verordeningen ontwikkeld die zijn ingericht om bepaalde ziekten te lokaliseren en te bestrijden. Ik kan me niet voorstellen dat het ministerie van Economische Zaken met droge ogen kan beweren dat het in stand houden van dit fytobouwwerk geen publieke taak is. Dat zou van korte termijn politiek getuigen.’
Verantwoordelijkheid
Van Diepen gaat er van uit dat het ministerie op deze terreinen haar verantwoordelijkheid neemt. ‘Uiteraard valt hieronder ook toezicht en controle en de daaraan gerelateerde kosten. Vervolgens hebben we nog een aantal verordeningen dat andere thema’s aanpakt, zoals het reinigen/schoonspoelen van verpakkingen en beëdigen van keurmeesters. Ook deze verordeningen dekken maatschappelijke belangen die wezenlijk zijn.’
Financieren
Volgens Van Diepen zou het tot een ernstige verschraling van het sectorbelang leiden als zaken die gezamenlijk worden gefinancierd, zoals Erwinia 2013 en Ontsmettingsmethode ringrot, in de toekomst niet meer mogelijk zijn. ‘Deze onderzoeken zijn immers een elementaire factor in het bewaken van onze fytosituatie. Als handel hebben wij voor de financiering door een stichting gekozen. We zijn uiteraard bereid in deze stichting met teelt en industrie samen te werken en zaken te financieren.’
Belang
Van Diepen is ervan overtuigd dat teelt, handel en industrie er met elkaar in zullen slagen de consequenties van het ‘schrappen der schappen’ op te pakken. ‘We hebben een gemeenschappelijk belang: we moeten ervoor zorgen dat Nederland in de wereld bekend blijft staan als leverancier van uitstekende pootaardappelen, aardappelproducten en consumptie- en industrieaardappelen. We moeten de overheid er dus van blijven overtuigen, dat we de fytovoorschriften moeten koesteren om uitholling van onze positie te voorkomen.’