Natte herfst, wat nu? Derk van Balen: ‘In aanhoudend natte herfst 2023 was de grond alle draagkracht kwijt’
Van Balen trekt de parallellen met andere moeilijke jaren. In de moeilijke herfst van 1998 en 1974 werkte de schade ontstaan bij de oogst door in het jaar daarna. „In 1974 werd massaal geploegd na die natte herfst. In 1975 waren de opbrengsten slechter door de schade uit de herfst. Van 1998 weten we dat dit soms jaren later nog merkbaar was.”
Met de bodemgesteldheid van nu kan het voorjaar lastig worden, denkt Van Balen. Als er een droge periode volgt ligt er een droge laag bovenop een verdichte laag. „Losmaken van slechte percelen en een diepwortelend gewas erop blijft evenwel ‘tricky’, voor de groei van het gewas is immers wel aansluiting met de ondergrond vereist.”
Sommige telers zullen proberen de verdichting op te lossen met een krukasspitmachine. „Dan moet je wel oppassen het niet te fijn te maken, want dan ligt verslemping op de loer, oppervlakkige of interne slemp.”
Een wat regelmatiger voorjaar met wat kleine buitjes op zijn tijd zou de telers het beste uitkomen, denkt de onderzoeker. Dan kan de natuurlijke verwering wat doen en de doorworteling de rest. Gewassen als suikerbieten zijn minder veeleisend, maar fijnzadige uien of peen kunnen beter niet te extreem weer krijgen in het voorjaar van 2024.
Kalender
Telers zouden achteraf gewild hebben dat ze eerder gerooid hadden, maar dat was voor veel gewassen niet mogelijk. Door het late voorjaar hadden de aardappelen begin oktober bijvoorbeeld nog niet de groeidagen die voor de bakkwaliteit nodig waren. Ze waren veel later gepoot dan anders. Landbouw volgens de kalender bleek in 2023 ver van de realistische mogelijkheden af te staan.
Terugkomend op de vergelijking met andere natte najaarsperiodes in de vorige eeuw denkt Van Balen dat een belangrijk verschil met toen, is dat rooimachines nu veel zwaarder geworden zijn. Dat heeft vooral effect op diepere bodemlagen.
Met een veranderend klimaat naar langere en nattere periodes in de winter en warmere zomers met droge periodes en soms juist stortbuien, denkt de onderzoeker dat telers na moeten gaan denken over hun strategische keuzes in teelt en bodemmanagement.
„Hoe kan je met een korter groeiseizoen genoeg opbrengst hebben en wat kan je nog meer in je bouwplan doen?”
Risico
Je bedrijf inrichten op risicomanagement is deel van het boeren in de toekomst, denkt Van Balen. Telers zullen op basis van hun bodem, hun ligging, hun specialisaties en hun financiering, slim moeten kiezen. „Misschien durf je de gok aan op ‘de grote saldoverdubbelaar’. Dan neem je misschien voor lief dat je een klein deel niet de schuur in krijgt. Ik denk dat je echter ook op de bewaarkwaliteit van de producten moet letten.”
Met de bodemkwaliteit zal de boer nog meer rekening moeten houden, bij klimaatverandering. Daarom kan Van Balen zich ook voorstellen dat telers kiezen voor een slagvaardig machinepark. Zodra de omstandigheden goed zijn, kan dan snel gehandeld of geoogst worden. De onderzoeker vermoedt dat de meerprijs voor de overcapaciteit aan oogstmachines zichzelf snel kan terugbetalen. „De trend gaat naar afwisselend goede en slechte jaren.”
Voor 2024 raadt Van Balen eerst wat geduld aan, goede analyse van de percelen met een schop in de grond en dan afhankelijk van de situatie per perceel keuzes maken. „Als de ondergrond nog nat is, ga je beter niet lopen modderen, dan versmeert het en maak je het erger. Als je straks in het groeiseizoen graaft en je ziet een verdichting, je vindt blauwe klei of je ziet dat de wortels er wel doorheen groeien, dan weet je meer.”
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes