Veel telers voor Flevolandse Pootaardappelacademie
De wens is om in Flevoland aan de slag te gaan met in ieder geval twee groepen van circa dertig telers. Vooralsnog gaat het om een tweejarig project, dat wordt begeleid door DLV Plant. In december van dit jaar volgt een tussenevaluatie. Voortzetting in 2014 is afhankelijk van de resultaten en de financiering.
Naast het LTO Noord Ontwikkelingsfonds en de handelshuizen draagt de provincie Flevoland in het eerste jaar 20.000 euro bij. Als dit jaar succesvol verloopt, volgt in 2014 opnieuw een provinciale bedrage van 20.000 euro. Telers betalen voor hun deelname een eigen bijdrage van 300 euro per jaar.
Extra impuls
Doel van de nieuwe Pootaardappelacademie is een extra impuls geven aan de pootaardappelteelt als ‘dragende’ teelt op een groot deel van de Flevolandse akkerbouwbedrijven. Centraal in het project staat de uitwisseling van kennis met collega-pootaardappeltelers onder het motto ‘Telers leren van telers’. Maar ook andere partijen als handelshuizen, toeleveranciers, adviseurs en banken nemen deel aan de kennisuitwisseling. De werkwijze is vraaggestuurd, zei voorzitter van de stuurgroep Pootaardappelacademie Upt Hiddema. ‘Telers dragen zelf onderwerpen aan waarover wordt gesproken.’
Directeur Gerard Backx van HZPC benadrukte tijdens de bijeenkomst het belang van kennisuitwisseling. ‘Goede kennis is heel belangrijk. Daar ligt ook de kracht van de pootgoedteelt’, zei hij. ‘De Pootgoedacademie kan een heel mooie bron zijn voor het vergaren van meer kennis.’
Meerdere provincies
In 2008 is in Groningen gestart met de optimalisatie van de pootgoedteelt. Een jaar later werd in Friesland een Pootgoedacademie opgericht. Dit jaar willen de initiatiefnemers dit uitrollen naar Flevoland, Noord-Holland en Zuidwest-Nederland.