‘Tweede helft uienseizoen lastiger’
De laatste jaren gaan in de eerste helft van het handelsseizoen aanzienlijk meer uien weg dan na de jaarwisseling. Tot 1 januari 2012 zijn 539.013 ton uien geëxporteerd. ‘Het jaar daarvoor waren dat ruim 460.000 ton. Dat was toen al hoog’, aldus Gunter.
De hogere afzet in de eerste maanden van het handelsseizoen komt met name doordat Afrika sterk aan de markt is. ‘Goed voor bijna de helft. Maar Afrika verdwijnt nu bijna weer van de markt.’ Ook landen in Midden- en Zuid-Amerika, Azië en het Verenigd Koninkrijk doen in deze periode goede zaken op de Nederlandse markt.
Nieuwe markten
Er zijn dit jaar enkele nieuwe landen op de markt te vinden; Aziatische landen als Vietnam. ‘De afzet naar deze landen is weliswaar relatief klein, maar komt op. Daar zit groeipotentie’, benadrukte Gunter. ‘We moeten proberen die nieuwe markten binnen te dringen.’ De Nederlandse uienhandel is in staat om over de hele wereld uien te brengen. ‘We moeten er trots op zijn dat onze handel dat voor elkaar krijgt.’
Het leveren van kwaliteit is een belangrijke troef die Nederland in handen heeft. ‘Als we daar op gaan inleveren, gaat dit direct ten koste van de export.’ Omdat meer dan 95 procent van de uien de grens over gaat, is Nederland zeer sterk afhankelijk van het buitenland.
Global Gap
Kwaliteit wordt volgens Gunter nog steeds betaald. ‘Er zit momenteel 5 cent verschil tussen de boven- en onderkant van de noteringen. Hij wees de toehoorders op het belang van certificering. ‘Er wordt veel gemopperd op Global Gap, maar het levert u geld op. De markt vraagt er om.’
Nederland is met 2 procent van het wereldwijde productieaandeel maar een kleine speler. Qua export is dat beeld totaal anders: het exportaandeel van de Nederlandse uiensector omvat 20 procent van het totaal. De uien gaan naar meer dan 120 verschillende bestemmingen.