Opbrengst wintertarwe stagneert
Het magische getal van 15 ton tarwe/ha is een theoretisch maximum, waarover in de jaren 80 al werd gesproken. De gemiddelde opbrengst in Nederland ligt op dit moment op 9 ton/ha, waarmee ons land tot de nummer 1 van Europa en de wereld behoort. ‘We doen het al ontzettend goed. Maar het kan altijd beter’, zei Timmer.
Afvlakking
Volgens de onderzoeker is de gemiddelde hectare-opbrengst tussen 1970 en 1990 met drie ton gestegen: van 5 naar 8 ton/ha. Een stijging van gemiddeld 3 procent per jaar. In de jaren daarna werd slechts een stijging van 1 ton gerealiseerd en de laatste 10 jaar is er zelfs sprake van een afvlakking. ‘Het lijkt er op dat we niet meer vooruit komen.’
Maximaal haalbaar
De oorzaken van de stabilisatie kan diverse redenen hebben, schetste Timmer. Achteruitgang van bodemaspecten, te weinig investeringen in teeltonderzoek, meer aandacht voor kostenbesparing dan opbrengst en beperkingen in de bemesting. ‘Maar misschien zitten we ook wel tegen de maximaal haalbare grens aan’, zo stelde hij.
Nieuwe rassen
‘De oorzaak zit ‘m in ieder geval niet in te weinig vooruitgang via nieuwe rassen. Een analyse van cijfers van rassenproeven laat zien dat de opbrengststijging door nieuwe rassen nog altijd onverminderd doorgaat. Maar we vinden die stijging op een of andere manier in de praktijk niet terug.’
Optimaliseren
In hele gunstig jaren worden praktijkopbrengsten gehaald van 12-13 ton/ha en de hoogste proefveldopbrengst van PPO ooit is 14,1 ton/ha. ‘Het kan dus nog iets beter’, aldus Timmer. Door het verlengen van het groeiseizoen, het verhogen van de korrel-stro verhouding en een efficiëntere fotosynthese, kan de potentiële opbrengst omhoog. ‘Maar staar je daar niet blind op. Probeer er elk jaar uit te halen wat er in zit, door het optimaliseren van factoren die je wel kunt beïnvloeden.’
Aarfusarium
Volgens Timmer gaat het hier om het zaaitijdstip (liefst voor half oktober), de rassenkeuze, stikstofbemesting, groenregulatie en ziektebestrijding. Hij waarschuwde vooral voor aarfusarium in de wintertarwe, met opbrengstderving tot gevolg. De laatste 15 jaar waren er 6 jaren waarin de gemiddelde tarwe-opbrengst (ver) achterbleef bij het gemiddelde. In 5 van die 6 jaar was aarfusarium de belangrijkste oorzaak van die lagere opbrengst.
Onduidelijkheid
Timmer: ‘Er bestaat nog veel onduidelijkheid over het optreden van fusarium en het bestrijden ervan is nog steeds een probleem. Daarvoor is nieuw of aanvullend onderzoek nodig. Daarnaast moeten we het ziektebestrijdingssyteem meer gaan richten op deze schimmel.’