USDA-graancijfers brengen geen verrassingen
Het maandelijkse WASDE-rapport van de USDA bracht geen verrassingen. De cijfertjes geven een lichte verbetering van de wereld tarwevoorraden aan. Voornamelijk de hogere Indiase tarwe productie is verantwoordelijk voor de verruiming. De mondiale tarweproductie wordt 2 miljoen ton hoger ingeschat. De totale tarweconsumptie wordt met 1.5 miljoen ton verhoogd, zodat de zogenaamde ‘ending stocks’ een lichte progressie laten zien.
De maïsbalans laat een minimale negatieve correctie van de ratio eindvoorraad/consumptie zien. De Amerikaanse markt kenmerkt zich door lagere exportvolumes, maar dit wordt gecompenseerd door een grotere vraag van de feed-industry (poultry). De mondiale productie van maïs geeft een lichte krimp aan, voornamelijk door een lagere productie van Argentinië en door het slechte weer van de afgelopen maand. Ook Zuid-Afrika verliest een half miljoen ton productie ten opzichte van het vorige rapport. Het aantal internationale maïsverschepingen neemt af, waardoor er uiteindelijk maar een minimale krimp in de eindvoorraden als resultaat te zien is, in deze maandrapportage.
USDA heeft de binnenlandse sojavoorraden ongewijzigd gelaten ondanks dat de wekelijkse exporten structureelijzigd fors waren. De Zuid-Amerikaanse markt is complex door logistieke problemen en oogsten van Brazilië en Argentinië die voortdurend door wisselende omstandigheden in volume lijken te muteren. De sojabalans geeft een kleine verbetering van de ratio eindvoorraad/consumptie van 22.92 naar 23.08 aan, maar deze cijfers zullen ongetwijfeld op haar merites beoordeeld worden en waarschijnlijk meer ter discussie staan dan de balansen van tarwe en maïs.
Het rapport bracht geen aardverschuiving in de markt en meer en meer zijn de positieve oogstverwachtingen voor het seizoen 2013/14 bepalend voor het sentiment.
Jan Bakker