Natte herfst, wat nu? Albert Jan Olijve: ‘Op veel plekken is het bodemleven nu zeer actief’
„Enkele weken terug zagen we nog vooral op grond waar geen groenbemester was gezaaid waterverzadiging. Nu zien we zelfs op de percelen waar na de oogst niets was gedaan, veel activiteit van regenwormen. Op bijna alle percelen zagen we veel wormen en wormengangen en waren gewasresten of wortels van afgestorven groenbemesters al grotendeels verteerd. Op percelen waar op tijd een groenbemester gezaaid kon worden, is de structuur vaak wel beter.”
Tijdig kunnen zaaien en poten had alles te maken met de mogelijkheid om tijdig te kunnen oogsten. Met de latere gewassen als fritesaardappelen of suikerbieten, zat dat er meestal niet in. Olijve zegt dat het investeren in bodembeheer zich dit voorjaar echt terugbetaald. „Percelen waar regelmatig vaste mest, compost, groenbemesters en/of diep wortelende gewassen worden geteeld, zie je de bodem nu snel opknappen. Het bodemleven is hier actiever en de diepwortelende gewassen zorgen voor poriën en wortelgangen naar de ondergrond. Op het moment van beoordelen was geduld hebben nog steeds het beste advies.”
Plekken met water
„Uiteraard zien we ook nog percelen met water in de laagtes of de sporen”, zegt Olijve. „De eerste stap hier is zorgen dat je het water afvoert, bijvoorbeeld bovengronds met een greppel. Pas als het water weg is, kun je gaan bedenken wat de volgende stap is. Voor een grondbewerking is kijken in de grond altijd nodig”, zegt hij. Pas dan zie je goed of de grond droog genoeg is, er blauwverkleuring is of verdichtingen zijn.
Een beetje blauwverkleuring in de bovengrond kan snel verdwijnen, zodra er zuurstof bij komt. Dan hebben gewassen daar geen last meer van. „Blauwverkleuring in de ondergrond is echter veel lastiger op te lossen. Het is, zeker op dit moment, nog veel te nat om een diepe grondbewerking uit te voeren en is het niet verstandig om dit soort problemen nu aan te pakken.”
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes