‘Eén brede spuitmix voor zand en klei’
,,Als het even kan wil ik dit werk nog wel tot m’n 70ste doen’’, zegt Jan Koopmans met een brede glimlach. Hij heeft zojuist zijn veldspuit – een getrokken machine van 33 meter met ‘alles erop en eraan’ – uit de schuur gehaald voor de foto. Jaarlijks spuit de Brabander ruim 1000 hectare aan gewassen, waarvan de onkruidbestrijding in maïs met 600 tot 700 hectare de grootste klus is. ,,Het meeste werk doe ik bij veehouders. Die laten het spuitwerk in maïs en op grasland meestal helemaal aan mij over, inclusief de middelenkeuze. Het komt er dus op neer dat ik gewoon goed werk moet leveren. Hoe? Dat is aan ons’’, zegt Koopmans, die vervolgens met schuin oog naar Richard van Cleef kijkt. Hij is al vele jaren de vaste adviseur op het gebied van spuitstrategie en middelenkeuze. ,,Ik kom hier al tientallen jaren en weet onderhand aardig hoe, waar en in welke gewassen Jan werkt. Dat helpt enorm om per perceel en per teler ook echt maatwerk te kunnen leveren’’, zegt hij.
Onkruiden goed onder controle
Vandaag gaat het gesprek over de onkruidbestrijding in maïs. Terugblikkend op 2023 zijn beide mannen best tevreden over de resultaten na een (zeer) late zaai en onkruidbestrijding. ,,Over zeker 90 procent van de percelen ben ik heel tevreden; die waren helemaal schoon. Op de overige 10 procent hadden we wat last van nakiemende meldes. Dat was met name het geval op zware kleigrond waar het zaaibed net iets te grof lag en de meeste onkruiden pas na de bespuiting zijn gekiemd’’, vertelt Koopmans. Van Cleef sluit zich aan bij deze analyse, maar durft nog wel iets positiever te zijn. ,,De afgelopen jaren zijn de onkruidproblemen in maïs hier eerder kleiner dan groter geworden. Dat komt denk ik vooral omdat we al heel lang een brede mix van middelen toepassen, waardoor we de probleemonkruiden goed hebben kunnen onderdrukken. Groene naaldaar en gierstgrassen moeten we hier wel steeds beter in de gaten houden; op termijn wordt het dus wel moeilijker.’’
Stapelbare en flexibele mix
Afgelopen seizoen bestond de basis van de spuitmix bij Koopmans uit Laudis (0,75 l/ha), Samson® (0,35 l/ha), Calaris® (0,35 l/ha), Frontier® Optima (0,6 l/ha) en Kart® of Casper® als toevoegmiddel. ,,Basismiddel hierin is Laudis. Daarmee pakken we de meeste onkruiden in de volle breedte aan. Standaard houden we 0,75 liter per hectare aan, maar als het onkruid wat groter is of er wat meer meldes staan, dan gaan we naar 1,5 liter per hectare’’, zo licht Van Cleef toe. Voor Calaris geldt de restrictie dat deze maar één keer per drie seizoenen mag worden toegepast. Niettemin kan dit middel redelijk consequent in de mix worden aangehouden, omdat de maïs in Koopmans’ werkgebied vaak in een rotatie zit met grasland of akkerbouwgewassen. Toevoegmiddel als Kart en Casper worden al naar gelang de noodzaak ingezet (tegen o.a. aardappelopslag, kamille of melkdistel).
Groot voordeel van de brede mix is dat deze compleet, flexibel en ook stapelbaar is, vindt Koopmans. ,,In principe kan ik op deze manier de mix aanhouden en kan ik afhankelijk van grondsoort en onkruidbezetting de dosering verhogen of verlagen. In de praktijk switch ik nog wel eens van zand naar zware klei met dezelfde tank. In dat geval kan ik gewoon het benodigde middel toevoegen en verder spuiten. Zeker als er wat tijdsdruk komt is dat erg handig en kun je bunders maken.’’
Spuiten vanaf 4- tot 6-bladstadium
Zowel Koopmans als Van Cleef hebben een voorkeur om niet al te vroeg met spuiten te beginnen. ,,Meestal starten we vanaf het 4- tot 6-bladstadium van de maïs. Voor groene naaldaar en gierstgrassen zou je eigenlijk iets eerder moeten beginnen, maar die grassen zijn in ons gebied nog redelijk goed beheersbaar. Om nakiemende meldes zoveel mogelijk te voorkomen – en ook wortelonkruiden als veenwortel, haagwinde en distel beter aan te kunnen pakken - is het juist gunstig om iets later te starten. Die belangen wegen voor ons net iets zwaarder’’, zo licht van Cleef toe. Dat de spuitperiode hierdoor iets korter wordt is voor Koopmans geen probleem. ,,Door de langdurige relaties met mijn klanten is het nodige vertrouwen opgebouwd en kan ik min of meer mijn eigen rijschema indelen. Dat helpt heel erg om efficiënt en op het juiste moment te kunnen spuiten.’’
‘Geen fan van onderzaaien’
Wanneer het onderwerp onderzaaien (van een vanggewas onder maïs, red.) ter sprake komt, klinkt er weinig enthousiasme. ,,Ik ben geen fan van onderzaai’’, zegt Van Cleef. ,,Je kunt er weliswaar wat extra punten mee scoren voor de Eco-regeling, maar dat weegt niet op tegen de tegenvallers die we de afgelopen jaren hebben gezien. Te vaak is óf de maïs niet goed gegroeid óf de groenbemester niet goed gelukt. Bovendien moet je met onderzaai concessies doen aan de onkruidbestrijding en ook daar heb ik voorbeelden van gezien hoe het uit de hand kan lopen. Als de onkruidbestrijding één seizoen mislukt, dan heb je daar tien jaar last van. Beter is om op tijd de maïs te oogsten en eind september een goede groenbemester in te zaaien. Ofwel: niet gaan zitten modderen.’’
Onderbladbespuiting tegen haagwinde
Op dit moment krijgt Koopmans zo’n 90 procent van de maïspercelen met één bespuiting schoon. Op de overige 10 procent spelen haagwinde (en soms ook éénjarige grassen) een dermate grote rol dat hij – in overleg met de maïsteler - een collega-loonwerker vraagt om een aanvullende onderbladbespuiting uit te voeren (met Monsoon Active). Het probleem van haagwinde wordt langzaam maar zeker groter in zijn werkgebied. ,,Onder meer vanuit bufferstroken zien we steeds meer haagwinde opkomen. Dat is best wel een probleem, omdat je hierin niet mag spuiten.’’ Een stevige aanpak van haagwinde met een extra onderbladbespuiting ziet hij dan ook als zeer zinvol. ,,Als je dat een jaar of twee, drie goed aanpakt, dan ben je dat probleem weer voor veel jaren kwijt.’’
‘Meer sturen op grondverbetering’
Tenslotte kijkt de adviseur graag nog wat verder in de toekomst en verbindt hij de onkruidbestrijding aan de toestand van de bodem. ,,Het klimaat is de laatste jaren steeds grilliger geworden, waardoor de grond veel langer nat of juist veel langer droog blijft. We zien dat dit steeds vaker problemen oplevert. Bij de grondbewerking, bij het zaaien, bij de opkomst en groei en ook bij de onkruidbestrijding. En dan heb ik het nog niet eens over de grond die afgelopen herfst soms volledig kapot is gereden. Om beter bestand te zijn tegen dit soort uitwassen, doen telers er goed aan om meer aandacht te besteden aan hun grond. Voor veehouders met maïsland is dit nog vaak een ver-van-mijn-bed-verhaal, maar de noodzaak wordt elk jaar groter. Daarom zeg ik: onderzoek je bodem - op structuur, op bodemleven op de balans tussen calcium en magnesium - en voer waar nodig verbeteringen uit. Het is een lange-termijnverhaal, maar het is nodig om goede gewassen te kunnen blijven telen.’’
Calaris® en Casper® zijn geregistreerde handelsmerken van Syngenta
Samson® is een geregistreerd handelsmerk van ISK Biosciences Europe N.V.
Frontier® optima is een geregistreerd handelsmerk van BASF
Kart® is een geregistreerd handelsmerk van Corteva Agriscience