'We kunnen steeds meer meten en dat maakt mensen doodsbang’

In 1970 konden chemici in het laboratorium één op de miljoen (ppm) meten, vijf jaar later was dat één op de miljard (ppb), weer vijf jaar later was dat toegenomen naar één op de biljoen (ppt). Tegenwoordig kunnen ze zelfs ppq’s (één op de quadriljoen, 15 nullen achter de 1) aantonen.
Maatschappelijke gevolgen
Deze meetrevolutie - een technologisch hoogstandje, schrijft Rozendaal - heeft ook maatschappelijke gevolgen, en die pakken niet altijd positief uit. 'Onze leefwereld is schoner dan ooit, maar we zien overal spoken.'
'We zijn bang voor zogenaamd kankerverwekkende PAK’s in de lucht, bang voor PFAS in het water, bang om naar buiten te gaan, want daar is glyfosaat en micorplastic, bang om binnen te blijven, want daar is fijnstof in de lucht en benzeen in de shampoo', schrijft hij in EW-Magazine.
'Er zít bijna geen PFAS in het milieu.'
Die veel betere meetcapaciteit heeft geleid tot rechtszaken tegen de staat over bijvoorbeeld de aanwezigheid van PFAS in het milieu. 'Echter zít er bijna geen PFAS in het milieu. In hallucinant kleine percentages: zeven nullen achter de komma of nog minder.'
Omdat we het kunnen meten, menen velen dat er een ernstig probleem is, schrijft Rozendaal. 'Dat is niet zo, PFAS is nauwelijks toxisch en er zijn belangrijkere problemen in de wereld. Wat dacht u van de terugkeer van het antisemitisme? Dat is niet verdwijnend klein, dat is echt en bewezen giftig.'
Carice van Houten
Hij verwijst naar actrice Carice van Houten die haar urine liet testen op de aanwezigheid van glyfosaat. 'Er zat 1,08 nanogram glyfosaat in een liter van Houten haar urine. Dat is 0,0000000001 procent van deze eveneens niet erg toxische substantie.' Zijn conclusie: veel drukte om niets.