Veldleeuwerik: duurzaamheid is nooit af

Voorzitter Henk Heinhuis van Veldleeuwerik prees de groep om de transparantie. ‘Deze groep weet elkaar te inspireren en het enthousiasme uit te dragen naar andere groepen toe. We mogen deze telers met recht Veldleeuwerik-ambassadeurs noemen.’
Verrassend
Dragende teler Arian Hage uit Kruisland was erg blij met de prijs. ‘Ik vind het heel verrassend dat wij deze award hebben gewonnen. We zijn sinds mei 2012 bezig, het is dus nog een vrij jonge groep. We waren eigenlijk al Veldleeuwerik voordat we ons bij de stichting aansloten. Maar we zijn nu uit het ei gekropen.’
Nooit af
Het thema van het congres was ‘Duurzaamheid doorgrond!’. Volgens Heinhuis is duurzaamheid continu in beweging en nooit af. ‘Mensen vragen mij wel eens: wat wil je met Veldleeuwerik bereiken? Dan zeg ik: I have a dream. Mijn droom is dat er binnen afzienbare tijd producten in de supermarkt liggen met het Veldleeuwerik-logo er op.’
Vertienvoudigd
Veldleeuwerik telt nu 400 akkerbouwers en 40 ketenpartners. Dat aantal moet omhoog, vindt Heinhuis. ‘De laatste 2 jaar zijn we vertienvoudigd in deelnemers en budget. Dus het gaat goed met Veldleeuwerik. We timmeren flink aan de weg: we proberen zo veel mogelijk bedrijven achter Veldleeuwerik te scharen, die op hun beurt weer telers uitnodigen.’
Internationaal
‘Daarnaast zijn we nu in heel Nederland regiogroepen gestart’, vervolgt hij. ‘Als alle 400 deelnemende akkerbouwers hun buurman uitnodigen, hebben we in 2014 800 telers. Verder willen we met het SAI Platform bekijken of we internationale partners kunnen vinden. We kijken nu in Polen, Engeland en Frankrijk. Het gaat stap voor stap, het moet zich als een olievlek uitbreiden.’
Geen subsidie
Stichting Veldleeuwerik krijgt geen euro subsidie van de overheid. ‘We zijn een privaat initiatief en dat willen we zo houden’, aldus bestuursvoorzitter Gert Sikken. ‘Maar we zouden het wel prettig vinden als we een steunbetuiging vanuit de overheid krijgen, dat zij onze systematiek bekrachtigt naar buiten toe. Zo wil de stichting haar kennis verder ontwikkelen, bijvoorbeeld met behulp van kennisinstituten. Als de overheid daar stimuleringsgeld voor over heeft, zouden wij daar heel blij mee zijn.’