‘Veredeling levert bijdrage aan opbrengst'
Dat concludeert Bert Rijk, onderzoeker bij Wageningen UR. Uit statistische analyse, uitgevoerd van circa 1980 tot 2010, van rassenproeven blijkt namelijk dat de genetische bijdrage aan de toename van gewasopbrengsten van wintertarwe, zomergerst, zetmeelaardappelen en suikerbieten vrijwel constant is gebleven.
Geen afname
Volgens Rijk blijkt uit de analyse dat er is geen afname is gevonden in de jaarlijkse stijging van het opbrengend vermogen bij nieuwe rassen. De praktijkopbrengsten volgen een ongeveer gelijke trend.
Kimaatsveranderingen
Bij met name bij wintertarwe en zomergerst is niet volledig geprofiteerd van het gezamenlijke effect van nieuwe rassen, klimaatsverandering en verbeterde teeltmaatregelen. Bij consumptieaardappelrassen waren de opbrengsttrends van nieuwe rassen minder uitgesproken en was een vergelijking met de praktijk niet goed mogelijk.
Meer onderzoek
Dat de opbrengsten van met name tarwe en zetmeelaardappelen stagneren, blijkt volgens Rijk dus niet te liggen aan de genetische eigenschappen. Hiernaar moet meer onderzoek worden gedaan naar de invloed van klimaatsveranderingen. Ook veranderingen in gewasmanagement, het optreden van ziekten en plagen en de bodemvruchtbaarheid zijn belangrijke factoren, die elkaar en de opbrengst kunnen beïnvloeden.