Akkerbouwsector wil niet opdraaien voor derogatieperikelen veehouderij
De vier melkveehouderijpartijen hebben dinsdagavond een crisisplan gepresenteerd. Daarin staat dat melkveehouders een mogelijkheid moeten krijgen om hun veestapel te laten krimpen om zo de druk van de mestmarkt af te halen. Daar tegenover zou dan een nog nader te bepalen vergoeding per koe horen te staan.
Ook stellen ze voor om een Brede Regeling Structuurversterking in te stellen die een breed scala aan mogelijkheden heeft. Met dit instrument zou dan grond van opgekochte bedrijven gebiedsgericht ingezet kunnen worden voor verduurzaming van de landbouw.
Bufferstroken
NAV heeft geen mening over de veestapelmaatregelen, maar wil er wel voor waken dat de akkerbouw wederom opdraait voor de gevolgen van het afschaffen van de derogatie. De sectorpartij is van mening dat de invoering van buffestroken langs waterlopen, waar geen mest en gewasbeschermingsmiddelen op toegepast mogen worden, veel grotere gevolgen heeft voor het bedrijfsresultaat dan in de melkveehouderij, omdat koeien gewoon op bufferstroken mogen grazen.
In de akkerbouw betekent deze niet-productieve grond een direct verlies van beteelbaar oppervlak tot wel 4 procent, terwijl het effect van buffestroken op gedraineerde kleigrond twijfelachtig is, meldt NAV.
Generieke bufferzones rond Natura 2000-gebieden
Ook het aanwijzen van generieke bufferzones rond alle Natura 2000-gebieden raakt de akkerbouw sterk, terwijl daar in tegenstelling tot de melkveehouderij, niks tegenover staat. 'Indien bij uitvoering van het mestplan van genoemde partijen ook tegenprestaties worden gevraagd door Brussel om een overgangsregeling te krijgen is onze angst is dat deze tegenprestaties wederom voornamelijk door de akkerbouw geleverd zullen moeten worden. Dat is niet in het belang van de akkerbouw en de gewenste transitie naar meer plantaardig!', schrijft NAV in een reactie.
Voorstel NAV
NAV heeft demissionair landbouwminister Piet Adema ook een suggestie gedaan om het acute mestprobleem op te lossen, namelijk het verruimen van de fosfaatgebruiksruimte (P-ruimte). 'Deze is door het invoeren van de nieuwe fosfaatindicator in veel gebieden sterk afgenomen, ondanks de toezegging van toenmalig minister Schouten dat overgang naar een nieuwe indicator geen effect zou hebben op de totale gebruiksruimte.'
In de akkerbouw is 170 kilogram stikstof per hectare uit dierlijke mest de maximale hoeveelheid. Omdat de normen voor fosfaat vaak al behaald worden, is de maximale stikstofruimte uit mest bereikt. Dat heeft een negatief effect. Op dit moment is volgens de NAV de P-norm voor veel gewassen op met name kleigronden namelijk te laag.
Daardoor vindt uitmijning plaats. 'In deze gebieden zou de gebruiksruimte kunnen worden vergroot, waardoor er ook direct meer ruimte komt om dierlijke mest te plaatsen. In de meeste akkerbouwgebieden zijn er overigens nauwelijks problemen met stikstof en fosfaat in het water. We zien ook dat waar fosfaat in het oppervlaktewater een probleem is, dit hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door zoute kwel. De NAV wil daarom graag bovenstaande oplossing onder de aandacht brengen.'