Afzet

Fysieke aardappelprijzen in Noord-Europa vertonen een opgaande tendens. De stemming is vast maar de handelsvolumes blijven erg laag.

De tarwebeurzen daalden als gevolg van een negatieve situatie voor het graancomplex.

Goede oogstvooruitzichten zorgen voor stabiele of iets lagere graanspotnoteringen op de Europese markten. De termijnnotering tarwe in Parijs voor levering in september daalde met 0,50 euro per ton tot 170,75 euro per ton.

De stemming op de termijnmarkt was duidelijk vaster vandaag. De markt liet een prijsverloop zien voor het junicontract van 30,60 euro naar 31,20 euro.

De Europese Unie exporteerde afgelopen week 103.000 ton tarwe, het laagste volume van deze campagne tot nu toe. Inclusief de verrekening van de voorgaande weken komt de cumulatieve export op 17,1 miljoen ton tarwe.

De Nederlandse uienexport moet het in deze periode voornamelijk hebben van de vraag door de retail in Oost-Europa. In week 15 (8 t/m 14 april) ging er naar schatting zo’n 8.000 ton over de grens, voornamelijk naar landen als Polen, Tsjechië en Roemenië.

Als gevolg van goede oogstvooruitzichten voor het seizoen 2019/2020 zijn de tarwenoteringen op de internationale markten in eerste instantie verder gedaald. De laatste dagen krabbelen de noteringen weer een beetje omhoog.

De leden van VTA hadden half april 59 procent van de aardappeloogst 2018 afgeleverd. Dat blijkt uit de derde en laatste VTA-voorraadinventarisatie, met peildatum 15 april, van het aardappelseizoen 2018-2019.

Na de expiratie van het aprilcontract heeft de stemming een sterke impuls gekregen. Het junicontract piekte naar 31 euro, met een slotprijs van 30,50 euro. De aanleiding voor de prijsverbetering is de gestegen exportvraag.

Aan het eind van het eerste kwartaal van 2019 bedroeg de stand op de rekening-courant van akkerbouwbedrijven gemiddeld ruim 54.000 euro, meer dan in 2018. De waarde liep vooral op door inkomsten voor de verkoop van gewassen voor gemiddeld betere prijzen.