Pootaardappelen

Virus is een groeiend probleem in de pootaardappelteelt, met name voor de telers van de hogere klassen. De sector is er alles aan gelegen om deze plaag onder de knie te krijgen. Maar eenvoudig is dat niet.

Wat kunnen we nog doen om de virusdruk verder in te dammen? Die vraag stelt de Pootaardappelacademie Groningen-Friesland zichzelf. Eind maart kondigde de groep nieuwe proeven aan, liet zich bijpraten vanuit het onderzoek.

Tijdens het poten moet er veel gebeuren. Niet alleen de bunker vullen met pootaardappelen, maar ook met water en granulaat. Handige akkerbouwers en loonwerkers passen hun machines aan om het werkgemak te vergroten en de vultijd te verkorten.

„Je bespaart flink op de pootgoedkosten, je vervroegt de teelt met een week, en je krijgt een homogene oogst”, somt Johan van er Velde uit Herkingen (ZH) de voordelen van pootgoed snijden op. Hij verhuurt drie snijmachines.

Kniptorren leggen hun eitjes in grasachtigen. De larven lusten bijna alle andere gewassen. Deze larven, de ritnaalden, leven wel drie jaar in de bodem. Ze richten schade aan in het voorjaar in zaaigewassen, en in de nazomer in aardappelen en knolgewassen.

In de serie ‘Aan de weg’ bezoeken we bedrijven langs typische akkerbouwwegen. De lichte grond aan de Wellerzandweg bij Bant (FL) leent zich goed voor veel akkerbouwgewassen. Dat maakt dat het goed boeren is aan de noordoostkant van de Noordoostpolder.

Eelco Witteveen heeft in Sonnega (FR) een akkerbouwbedrijf, met als hoofdteelt pootaardappelen. Hij is opgegroeid op een melkveebedrijf. Maar in zijn jeugdjaren werkte hij bij een pootgoedbedrijf in de Noordoostpolder. Dat beviel hem wel.